Financiering cultuureducatie uit lumpsum 2021-2022

23 september 2021

De lumpsum is één budget voor alle kosten dat scholen ontvangen van OCW. Vanaf schooljaar 2021-2022 vallen ook de gelden uit de prestatiebox onder de lumpsum.

Financiering scholen
Scholen ontvangen van OCW één budget voor alle kosten. Dit heet de lumpsum. In de lumpsumbegroting staan posten voor onder meer personeel, leermiddelen, excursies, presentaties, deskundigheid en schoolontwikkeling. Hiermee krijgen schoolbesturen een grotere bestedingsvrijheid. Ze kunnen het beleid beter afstemmen op de situatie van de school en het maakt maatwerk voor leerlingen mogelijk. Schoolbesturen moeten verantwoording afleggen over hun keuzes aan personeelsleden, leerlingen, ouders en andere belanghebbenden.

Tot en met het vorige schooljaar kwam bovenop de lumpsum nog aanvullend geld beschikbaar via de prestatiebox, onder andere bedoeld voor cultuureducatie. Vanaf het schooljaar 2021-2022 bestaat de prestatiebox niet meer en zijn de gelden volledig opgenomen in de lumpsum.

Cultuureducatie in de lumpsum
Onderdeel van de lumpsum is de Velo (vereenvoudigde Londo-gelden)gelden die bestemd zijn voor culturele vorming. Het budget voor het schooljaar 2021-2022 is nog niet bekend. In schooljaar 2020-2021 was € 108,27 per school en € 4,51 per leerling beschikbaar voor culturele activiteiten, de aanschaf van een methode, materiaal of scholing voor het personeel over cultuureducatie.

Aanvullend komt er dit schooljaar 16,86 euro, inclusief 3 euro per leerling voor museumbezoek, bij door de overheveling van de prestatieboxgelden naar de lumpsum. Het ministerie wil zicht houden op dit specifieke budget voor cultuureducatie, ook om de aandacht voor cultuureducatie vast te houden. Daarvoor zal het ministerie via monitoring en vragenlijsten de komende jaren scholen bevragen over de inzet op dit gebied.

Tip voor cultuurcoördinatoren
Maak een cultuureducatieplan met een duidelijk voorstel voor de besteding van het bedrag dat bestemd is voor cultuureducatie. Leg dit tijdig voor aan de directie zodat het meegenomen kan worden in het strategisch meerjarenplan en in de meerjarenbegroting.